Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Ten dage, als gij ze zult geplant hebben, [43]zult gij [die] doen wassen, en [44]in den morgenstond zult gij uw zaad doen bloeien; [doch] [45]het zal maar een hoop van het gemaaide zijn, [46]in den dag der krankheid en der pijnlijke smart. 43. Dat is, gij zult wel uw uiterste best doen om uwe plantingen te doen wassen, namelijk met begieten en anderszins. 44. Dat is, ter bekwamer tijd, zonder enige gelegenheid te verzuimen. 45. De zin is: Gij moogt allen vlijt en naarstigheid, naar uw uiterste vermogen, gedaan hebben, als het leger der Assyriers u overvalt, zo zal dat alles voor zulk een groot leger maar zijn als een hoop koren, welken zij in een ogenblik zullen opeten en verslinden. 46. Dat is, ten tijde van het landverderf, van den inval, der belegering, die de Assyriers zullen aanrichten. Anders: in den dag des angstes.